ons verhaal
Duurzaam en eerlijk werken
‘Duurzaam en circulair werken’ is op de boerderij uitgevonden. Hier wordt al sinds de oudheid duurzaam gewerkt, met het oog op de toekomst. Een grote schuur komt dan goed van pas. Op deze manier is er bijna altijd wel materiaal beschikbaar om het een tweede (of derde, vierde) leven te geven. Wij kiezen voor verantwoorde en duurzame kwaliteit. Voor ons is eerlijke handel meer dan alleen het drinken van gecertificeerde koffie. Uiteraard maken wij gebruik van producten en diensten uit de omgeving. Gebaseerd op vertrouwen en waardering.
Hernieuwbare energiebronnen
De boerderij Prikkebosk is meer dan 100 jaar oud. Over duurzaam gesproken! Bij Prikkebosk is het behaaglijk warm op de kamers. Aardwarmte ervaar je via de vloerverwarming. Baden en douchen betekent dubbel genieten, wetende dat de zonne-energie door de kraan stroomt! Onze eigen bron levert drinkwater voor het vee en spoelwater voor het toilet. Naast energie is het zonnedak op de stallen ook een bron van inkomsten. Hetzelfde geldt ook voor agrarisch natuurbeheer, de boerderij ligt nog net in het nationale landschap Noardlike Fryske Wâlden. De weilanden worden begrensd door elzensingels. Het oude schilderachtige landschap wordt onderhouden door boeren, ook door ons.
Het verhaal van de Prikkebosk
'Als muren konden spreken'....
Bij de Prikkebosk is een timmermansplankje gevonden. De handgeschreven boodschap erop spreekt boekdelen.
Op 14 mei 1969 wordt tijdens een verbouwing van de Prakkenpleats, die ten zuiden van Damwâld midden in de Noordelijke Friese Wouden staat, een plankje gevonden met daarop een korte tekst. Zo te zien is de tekst geschreven met een timmermanspotlood. In een ouderwets, krullerig handschrift formuleert de anonieme ambachtsman een beetje cryptisch een aanklacht tegen de maatschappelijke verhoudingen van toen: 'Indien meneer Prakken deze plaats betaald van centen, te weinig betaalt voor chicorei van de arbeiders gekocht. hoe vindt Ge dat?' Jammer, dat de schrijver zijn boodschap niet heeft gedateerd.
In de volksmond krijgt de boerderij de naam ‘Prakkenpleats’. De eigenaar wordt door de bevolking ‘meneer Prakken’ genoemd, hij is immers een vooraanstaand persoon. In de wijde omgeving is er maar één ‘meneer’. Als gevraagd wordt: ‘Waar woont meneer?’, weet iedereen in de omgeving van Murmerwoude dat het om Arnoldus Prakken gaat.
Prakken verdient zijn geld met de productie van cichorei. Cichorei is rond 1800 een surrogaat, een vervanger voor de peperdure koffie. Die moet immers altijd per schip uit verre oorden gehaald worden en is daarom voor de gewone man nauwelijks te betalen. In de loop van de 19de eeuw groeien de Friese Wouden en met name de gemeente Dantumadiel uit tot het centrum van de verbouw en het drogen van de cichoreiplant. Op een gegeven moment staan er zo’n twintig cichoreidrogerijen. De blauw bloeiende cichoreiplant heeft een lange, dunne wortel die geroosterd en daarna fijngemalen wordt. In combinatie met kokend water ontstaat een drank met een bittere smaak die wel wat lijkt op die van koffie.Als de welvaart toeneemt, verdwijnt de cichorei-industrie. Steeds meer mensen beschikken over geld om echte koffie te kopen.De cichoreiproductie en alles wat daar mee te maken heeft, komt tegenwoordig tot leven in ‘De Sûkerei’, het openluchtmuseum in Damwâld.
Arnoldus Prakken is behalve cichoreifabrikant ook landbouwer. Als het gewas rijp is, loopt de opbrengst daarvan regelmatig gevaar. De armoede onder de arbeidersbevolking in de Friese Wouden is groot. Geen wonder dat de bewoners van deze streken ’s avonds en ’s nachts wel eens een tochtje naar de akkers ondernemen om wortelen, aardappelen of bieten voor de winter in te slaan. Soms valt het mee met de diefstal en dan weet herenboer Prakken wat hem te doen staat, zo valt te lezen in de Kollumer Courant van 12 november 1913: "Arnoldus Prakken geeft ieder gezin aan de Dammelaan een halve hectoliter wortelen. Dit is de belooning voor de eerlijkheid door genoemde bewoners aan de dag gelegd ten aanzien van de verbouw van wortelen op zijn land in de onmiddellijke nabijheid."
De Prakkenpleats, tegenwoordig bekend als ‘de Prikkebosk’, staat temidden van een landschap van hoge cultuurhistorische kwaliteit met eeuwenoude voetpaden, trekvaarten, boomwallen en poelen. Het prachtige coulissenlandschap met z’n elzenwallen is karakteristiek voor de Friese Wouden.
Die elzenwallen hebben er niet altijd gestaan. Op de kaart van Schotanus uit 1718 is er nog niets van te zien. In die tijd bestaat het gebied voor een groot gedeelte uit bouwland. Pas rond 1750 beginnen boeren met het houden van vee. De houtwallen zijn dan nodig om het vee te keren.
De noordelijke Friese Wouden staan ook bekend om de halepaden. Een hale is een zandkop. Halepaden zijn voor de bewoners van groot belang geweest. Over deze smalle zandpaden zoeken ze de kortste en droogste routes om bij school, winkel of kerk te komen. De voetpaden lopen vaak - al of niet via een klaphekje - over andermans erf, vroeger heel gebruikelijk. Een klein gedeelte van het oude netwerk van halepaden is eind 2014 weer met elkaar verbonden en krijgt, voorzien van infoborden, de naam ‘Halerûte’. Vanuit ‘de Prikkebosk’ is het maar een paar stappen om op de Halerûte te komen.
De noordoostelijke Friese Wouden maken in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw óók naam als vindplaats van volksverhalen. De bekende verzamelaar Dam Jaarsma uit Eastermar noteert gedurende ongeveer twaalf jaar in dit gebied maar liefst zo’n zeventienduizend volksverhalen, bestaande uit mythen, sagen, legendes en sprookjes. Een enorme schat waaruit door de vertellers van nu nog altijd geput wordt.
Sjoerd Roelevink en Hieke Wouda woonden vanaf augustus 2008 samen met hun twee dochters op de Prakkenpleats. Sjoerd bestierde het veebedrijf, Hieke was gastvrouw van ‘Farmhouse de Prikkebosk’. Eind 2025 zijn Gerke Jilt en Ypie Veenstra-Bakker aan een nieuw hoofdstuk begonnen op boerderij Prikkebosk. Het verhaal gaat door.

